10-jarig bestaan van het nationaal cross-overprogramma

Al meer dan 10 jaar worden cross-overtransplantaties uitgevoerd. Het cross-overprogramma is een landelijk ruilprogramma waar donor-ontvangerkoppels aan mee kunnen doen, wanneer hun bloedgroepen niet bij elkaar passen, of wanneer de kruisproef niet goed is.

Meer dan 230 transplantaties

In januari 2004 werd het cross-overprogramma opgestart. In totaal deden 614 personen mee met het programma. Sindsdien hebben meer dan 230 patiënten een nier ontvangen via deze methode. Dit is 38% van de totale instroom in het cross-overprogramma. Meer dan de helft van deze patiënten waren geïmmuniseerd. Dit betekent dat mensen een hoger percentage antistoffen in hun bloed hebben. Voor deze mensen is het vaak lastiger om een passende nier te vinden. Het cross-overprogramma biedt voor deze patiënten vaak goede mogelijkheden. Patiënten die geen succes hebben in het cross-overprogramma vinden wel vaak op een andere manier een donor, of krijgen uiteindelijk een nier van een overleden donor. Ongeveer 9% van het totaal aantal mensen dat meedeed aan het cross-overprogramma wacht nog steeds op een nier.

Meedraaien

Vier keer per jaar kunnen mensen meedraaien in dit programma. Via een speciaal computersysteem wordt vervolgens bekeken of  er een ruil kan plaatsvinden. Hierbij wordt bekeken of de bloedgroep van een donor past bij een ontvanger en of de weefseltypering goed is. Ook wordt bekeken of er een passende nier is voor de ontvanger van dat koppel. De donor van het ene koppel geeft dan zijn nier aan de ontvanger van het andere koppel en andersom. Er vindt altijd een eerlijke ruil plaats. Aangezien koppels over het hele land aan het programma meedoen, betekent dit dat de donoren soms naar een ander transplantatiecentrum moeten voor hun nierdonatie. In het programma blijven de koppels anoniem. Dit betekent dat donoren niet weten wie de nier ontvangt en patiënten weten niet wie een nier aan hen afstaat. Gemiddeld doen er bij iedere ronde ongeveer vijftien koppels mee.