Tekstgrootte A A A

Onderzoek in het Erasmus MC

De SPLINT-trial

Om de resultaten van niertransplantaties te verbeteren wordt er in het Erasmus MC veel onderzoek gedaan. Momenteel loopt de studie genaamd de SPLINT Trial.

Wel of geen splint?

Bij een niertransplantatie wordt een aansluiting gemaakt tussen de urineleider van de donornier en de blaas. Het komt soms voor dat er bij deze nieuwe aansluiting urine lekt of dat de aansluiting vernauwd raakt. Om de nieuwe verbinding rust te geven wordt momenteel standaard een splint geplaatst.

Een splint is een slangetje dat door de blaas in de urineleider van de donornier zit. De splint komt ter hoogte van de blaas via de huid naar buiten. De urine die door de splint komt is urine van de donornier. De urine wordt via de splint naar buiten geleid. Het idee is dat op deze manier de nieuwe aansluitingen kans krijgen om te genezen. Helaas blijkt uit onderzoek dat dit niet altijd het geval is. Doordat een splint lichaamsvreemd materiaal is, ontstaan er soms irritaties in de urineleider. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld urine lekkages of bloedingen ontstaan. Daarnaast kan de splint verstopt raken, verschuiven of breken.

In de SPLINT Trial wordt daarom bekeken of het plaatsen van een splint wel of juist niet tot betere resultaten leidt.

Hoe wordt dit onderzocht?

In de studie krijgt één groep wel een splint en een andere groep geen splint. Vervolgens wordt onderzocht welke complicaties er kunnen optreden bij de twee groepen en worden de resultaten vergeleken. Ook wordt bekeken in welke mate de niertransplantatie (met of zonder splint) van invloed is op het dagelijks leven  van patiënten. Tweehonderd patiënten worden een jaar lang gevolgd. Gedurende dit jaar wordt onderzocht hoe de kwaliteit van leven is bij de groepen. Hierbij wordt bekeken of patiënten thuishulp nodig hebben, of ze heropgenomen worden, maar ook of ze hun normale werkzaamheden weer op kunnen pakken. Ook het kostenplaatje van beide methodes wordt in kaart gebracht. Door de verzameling van al deze gegevens wordt uiteindelijk duidelijk welke manier het beste is.

Meer informatie?

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Liselotte Ooms (arts-onderzoeker bij transplantatiechirurgie) onder supervisie van Türkan Terkivatan (transplantatiechirurg).

 

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

*