Tekstgrootte A A A

Even voorstellen: dr. Dennis Hesselink

Dr. Hesselink is sinds enkele jaren als nefroloog werkzaam in het Erasmus MC. De nier is een fascinerend en ingewikkeld orgaan, vindt hij. In de nefrologie komen alle specialismen bij elkaar; van cardiologie tot immunologie. Dat maakt het vak interessant en leuk. Dr. Hesselink ziet patiënten na hun transplantatie en biedt ze de juiste zorg voor een goed herstel. Er kunnen online vragen worden gesteld aan dr. Hesselink.

Wat vind je belangrijk in je werk als nefroloog?

Maatwerk voor iedere patiënt. Een goede nazorg is natuurlijk essentieel voor een goed herstel na een niertransplantatie. Ik vind het belangrijk om te zoeken naar een passende behandeling voor iedere patiënt. Door de juiste medicatie kan afstoting van de donornier grotendeels voorkomen worden. Het is fijn om te zien dat patiënten zich snel beter voelen en vooruitgang boeken na een niertransplantatie. Na een niertransplantatie biedt het leven veel meer mogelijkheden. Dat geeft mensen de mogelijkheid soms te vergeten dat ze patiënt zijn.
Ook onderzoek vormt een belangrijk deel van mijn werk. Om behandelingen zo goed mogelijk op maat te kunnen geven doen we onderzoek in de ‘immunologie’ en farmacologie. Hierbij onderzoeken we hoe afstoting zo goed mogelijk tegen kan worden gegaan met medicijnen. Er wordt bekeken hoe het lichaam (en de nier) reageert op medicijnen en waarom dit zo is. Zo bekijken we bijvoorbeeld of bepaalde reacties op medicijnen of bijwerkingen ervan te maken hebben met erfelijke factoren. Hoe meer we te weten komen over oorzaken van reacties op medicijnen, hoe beter we behandelingen af kunnen stemmen op de individuele patiënt.

Waar liggen nog uitdagingen in de nazorg van patiënten?

Uitdagingen liggen o.a.in het aanpassen van de lifestyle van patienten. Veel mensen kampen na niertransplantatie toch met hart- en vaatproblemen, overgewicht, suikerziekte en hoge bloeddruk. Dit wordt deels veroorzaakt door de afweeronderdrukkende medicijnen. Bij deze ondersteuning valt te denken aan begeleiding bij voeding. Getransplanteerde patiënten moeten bijvoorbeeld oppassen met zout. Daarnaast blijft het voor mensen moeilijk om te stoppen met roken. Dit zijn dingen waar extra aandacht aan besteed moet worden.

Wat is je belangrijkste boodschap aan nierpatiënten?

Durf te vragen. Vaak worstelen patiënten met vragen over hun leven na een transplantatie. Wat kan ik nog wel en wat mag er absoluut niet. Er leven bij patiënten bijvoorbeeld vaak vragen over problemen die men ervaart rondom seksualiteit, maar ook bijvoorbeeld of hun lichaam na transplantatie wel weer sterk genoeg is om te kunnen sporten. Ik wil patiënten oproepen om hun zorgen bespreekbaar te maken. Vaak is er meer mogelijk dan men denkt en zijn zorgen onnodig.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

*